Het Appaloosa stippen patroon, ook bekend als Leopard Complex spotting (LP) omvat een hele verzameling bijzondere witpatronen bij paarden. Appaloosa kleurige paarden hebben drie aanvullende karakteristieke kenmerken: huidpigmentatie (“mottled”) op snuit en/of geslachtsdelen, gestreepte hoeven en een witte oogrok (sclera). Het Appaloosa patroon is het resultaat van een incompleet dominante mutatie het TRPM1 gen, dit gen is ook bekend als het LP gen. Het LP gen is verantwoordelijk voor het tot uiting komen van de diverse Appaloosa patronen, terwijl andere genen de omvang (of hoeveelheid) van het wit bepalen. Een van de genen die geassocieerd is met een verhoogde hoeveelheid wit bij LP paarden is geïdentificeerd (RFWD3) en wordt Pattern-1 (PATN1) genoemd. De Vachtkleur Appaloosa Patroon-1 (PATN1) test (P305) test de genetische status van het PATN1 gen. Dit gen heeft twee varianten (allelen). Het dominante allel PATN1 resulteert in een verhoogde hoeveelheid wit bij paarden die tenminste een kopie van het LP allel op het LP gen hebben. Het recessieve allel N heeft geen invloed op de basis vachtkleur. Paarden die één kopie van het LP allel in combinatie met tenminste een kopie van het PATN1 allel hebben zijn meestal Leopard/Panterbont of bijna Leopard. Paarden die twee kopieën van het LP allel hebben in combinatie met tenminste een kopie van het PATN1 allel zijn meestal Few-spot of bijna Few-spot. Paarden die tenminste een kopie van het PATN1 allel maar geen kopie van het LP allel hebben zullen geen Appaloosa vachtkleur hebben maar kunnen wel allel PATN1 doorgeven aan nakomelingen.
De test Vachtkleur Appaloosa Patroon-1 (PATN1) geeft de volgende resultaten, in onderstaand schema worden de resultaten van de test Vachtkleur Appaloosa Patroon-1 (PATN1) in combinatie met de mogelijke resultaten voor het LP gen weergegeven.
Resultaat PATN1 |
Resultaat LP |
Vachtkleur |
Omschrijving |
---|---|---|---|
N/N |
N/N |
Niet Appaloosa |
De basiskleur is niet gewijzigd tenzij gewijzigd door andere kleur modificerende genen. Het paard kan alleen allel N doorgeven aan zijn nakomelingen |
N/N |
N/LP |
Blanket Appaloosa/Schabrakbont |
Het paard kan alleen allel N doorgeven aan zijn nakomelingen |
N/N |
LP/LP |
Snow cap Appaloosa |
Het paard kan alleen allel N doorgeven aan zijn nakomelingen Het paard lijdt aan Congenitale Stationaire Nachtblindheid (CSNB). |
N/PATN1 |
N/N |
Niet Appaloosa |
De basiskleur is niet gewijzigd tenzij gewijzigd door andere kleur modificerende genen. Het paard kan allel N of allel PATN1 doorgeven aan zijn nakomelingen. |
N/PATN1 |
N/LP |
Leopard/Panterbont of bijna Leopard |
Het paard kan allel N of allel PATN1 doorgeven aan zijn nakomelingen. |
N/PATN1 |
LP/LP |
Few-spot of bijna Few-spot. |
Het paard kan allel N of allel PATN1 doorgeven aan zijn nakomelingen. Het paard lijdt aan Congenitale Stationaire Nachtblindheid (CSNB). |
PATN1/PATN1 |
N/N |
Niet Appaloosa |
De basiskleur is niet gewijzigd tenzij gewijzigd door andere kleur modificerende genen. Het paard kan alleen allel PATN1 doorgeven aan zijn nakomelingen. |
PATN1/PATN1 |
N/LP |
Leopard/Panterbont of bijna Leopard |
Het paard kan alleen allel PATN1 doorgeven aan zijn nakomelingen. |
PATN1/PATN1 |
LP/LP |
Few-spot of bijna Few-spot |
Het paard kan alleen allel PATN1 doorgeven aan zijn nakomelingen. Het paard lijdt aan Congenitale Stationaire Nachtblindheid (CSNB). |