De genetische variatie die aanwezig is in een dier, is afkomstig van beide ouders. De helft van de variatie is afkomstig van de vader, terwijl de andere helft afkomstig is van de moeder.
Voor verificatie van de afstamming worden meestal 20 tot 40 genetische kenmerken gevisualiseerd. Tijdens dit proces wordt de lengte van erfelijke fragmenten bepaald. De gemeten lengte van een genetisch kenmerk in een nakomeling moet overeenkomen met de lengte in de moeder en de vader die voor de vergelijking werden verstrekt. In twee voorbeelden wordt getoond hoe de basisregels in ouderschapsverificatie worden toegepast.
In de afbeelding is een voorbeeld gegeven van een juiste afstamming. In deze afbeelding wordt het DNA van drie dieren getoond: een nakomeling (bovenste regel), een potentiële moeder (middelste regel) en een potentiële vader (onderste regel). In elke regel wordt een genetische merker getoond. Twee DNA-fragmenten zijn zichtbaar als pieken. Het eerste fragment van de nakomeling is afkomstig van de vader (lengte van het fragment is 150), terwijl het tweede fragment afkomstig is van de moeder (fragment lengte 152). In dit geval zijn beide fragmenten van de nakomeling aanwezig bij de ouders: de afstamming is correct.
In het tweede voorbeeld wordt een situatie getoond waarbij de afstamming niet correct is. De drie regels worden weergegeven in de volgorde van nakomeling, potentiële moeder en potentiële vader. Opnieuw wordt in elke regel één DNA-marker getoond, waarbij twee DNA-fragmenten zichtbaar zijn als pieken. Het tweede fragment van de nakomeling is aanwezig in de moeder (fragment lengte 152), terwijl het eerste fragment van de nakomeling (fragment lengte 150) niet aanwezig is bij de potentiële vader. In dit geval is één fragment aanwezig bij de nakomeling dat niet aanwezig is bij een van de ouders: de afstamming is niet correct.
Indien 20 tot 40 verschillende genetische fragmenten zijn beoordeeld, wordt de kans zeer klein dat een onjuiste afstamming niet wordt gedetecteerd. De genetische fragmenten die worden gebruikt voor de verificatie van de afstamming en identificatie bevatten geen informatie over eigenschappen zoals kleur en kwaliteit van een dier, plant of mens, aangezien de gekozen fragmenten niet-informatief zijn.
Wanneer de lengte van een aantal fragmenten is gemeten in een monster, dan is daarmee een DNA-profiel vastgelegd. Dit patroon is uniek voor een specifiek persoon, dier of plant, zodat in geval van twijfel de DNA-profielen kunnen worden vergeleken om te bevestigen of twee monsters afkomstig zijn van dezelfde dier.